Nieuws
Eurotrac minishovel: Groot in eenvoud
Er is maar één vraag belangrijk: kunnen onze klanten geld verdienen met deze shovel?
Nieuws
Claas verrast met een nieuwe maaidorser-serie: de Trion. Onder het motto ‘Fits your Farm’ begeeft het lichtgroene merk zich hiermee in het middensegment. Of deze modelserie werkelijk voor iedereen geschikt is, hebben we op het veld uitgeprobeerd.
Slechts twee jaar na het grote offensief met de nieuwe maaidorser-generatie Lexion zet Claas weer een compleet nieuwe serie op de markt. Hiervoor lanceerde de fabrikant uit het Duitse Harsewinkel zelfs een nieuwe naam: Trion. Deze nieuwe naam moet onder andere aangeven dat deze maaidorser geen nieuwe Tucano is (waar de Trionmodellen nog maar weinig mee gemeen hebben), maar ook geen kleine Lexion. Je zou de Trion namelijk tekort doen als je zou spreken van een ‘oude, maar gemodificeerde Lexion’. Enerzijds verschenen een aantal nieuwigheden in deze modelserie, anderzijds zijn er parallellen met de huidige Lexion, die nog steeds de top van het maaidorserprogramma van Claas is. Concreet betekent dit alles een veelheid aan onderstellen, scheidingssystemen en uitrustingsmogelijkheden. Zo beschikken de Trions hier en daar over techniek van de vorig jaar uitgelopen Lexion 600 en 700. Dat kun je bijvoorbeeld zien aan de 600mm-dorstrommel, die in de huidige Lexion is gegroeid naar 750 mm. Jarenlang hebben landbouwers met de 600-trommel goede ervaringen opgedaan – en met de nieuwe Trion komt die terug. De Trion-serie bestaat uit drie basistypes: een 5-schudderserie, waartoe de 520 en 530 behoren, de 6-schudders met de modellen 640, 650 en 660, en tot slot de de hybride dorsers van de 700-serie. Daartoe behoren drie machines: de twee modellen 720 en 730 met enkele rotor en het vlaggenschip 750 met dubbele rotor. Samen met de drie onderstelconcepten komt de Trion-serie op 20 modellen – dat is geen half werk! De mchines zijn beschikbaar voor het oogstseizoen 2022 en kunnen nu reeds worden geconfigureerd.
Het dorskanaal van de vijfschudder is 1.420 millimeter breed, dus vergelijkbaar met de Lexion 5000. Het kanaal van de Trion 700 is precies even breed, zowel met de enkele als de dubbele rotor. Hier zie je dat Claas een verschil maakt met de Lexion-machines. Een hybride met een breder kanaal is er bij de Trion niet. Het kanaal van de Trion 600 komt op een breedte van 1.700 millimeter, zoals ook bij de Lexion 6000 zesschudders het geval is. Zoals in het begin al gezegd, zat de 600mm-trommel in de oude Lexion. Voor de primaire scheiding wordt het APSdorswerk vergezeld door een 450mm-versnellertrommel en een toevoertrommel. De toerentallen van de drie trommels kunnen synchroon vanuit de cabine worden gewijzigd. Het korfsegment van de dorstrommel kan nu aan de zijkant van de machine worden vervangen, zoals ook bij de huidige Lexion het geval is.
De secundaire scheiding wordt in de Trion 500 en 600 gedaan door respectievelijk vijf en zes schudders, met een scheidend oppervlak van respectievelijk 6,25 en 7,48 m2. De grote broers van de Lexion-serie hebben iets meer oppervlak. De twee kleine Trion 700-versies werken in de secundaire scheidingszône allebei met een enkele rotor. Die rotor heeft een diameter van 570 millimeter en is 4,20 meter lang. Deze afmetingen kennen we van de Tucano-hybrides met breed kanaal. Het vlaggenschip van de serie, de Trion 750, gebruikt een dubbele rotor. Beide rotors hebben een diameter van 445 millimeter. Deze maten zullen sommige boeren nog kennen uit de tijd van de Lexion 750. Voor alle Trion 700’s geldt: de rotors kunnen vanuit de cabine traploos en onafhankelijk van de toerentallen van het APS-dorswerk in toerental worden gevarieerd. De hydraulische kleppenverstelling is alleen op de grote Trion standaard aanwezig. Bij de kleinere hybride-modellen kun je het erbij bestellen. Dat geeft de chauffeur de mogelijkheid om maximaal vier rotor - segmenten te sluiten.
Bij de motorleverancier gaat Claas een heel nieuwe weg. In de huidige Lexion zitten motoren van Mercedes-Benz (evenals in de Tucano) en MAN, maar in de Trions zitten Cummins-motoren. In de vijfschudders en de kleine zesschudder (Trion 640) zit de Cummins B6.7 met een cilinderinhoud van 6,7 liter. Deze levert tussen de 258 en 306 pk. In alle grotere machines zit de Cummins L9 met 8,9 liter inhoud en en vermogen tussen de 354 en 435 pk. Dynamic Power – de automatische vermogensaanpassing van Claas – regelt het motorvermogen naargelang de behoefte. Dat hebben alle Trions aan boord, net als het lage nominale toerental van 1.900 tpm of een verlaagd motortoerental tijdens transport van 1.650 tpm. Ook qua onderstel zijn de Trions tegen hun taak opgewassen. Naast het opgewaardeerde Terra Trac-rupsonderstel, dat we kennen van de Lexion, is er met de Montana-versie een dwarshellingscompensatie door middel van het onderstel. Dwarshellingen tot 18 procent en langshellingen tot 6 procent worden gecompenseerd door de ophanging van de vooras. Dat heb je bij de Lexion niet. De Terra Tracs zijn leverbaar in drie rupsbandbreedten, van 635 tot 890 millimeter. Met de 735mmrupsbanden blijven de Trion 500- en 700-modellen onder de 3,5 meter buitenbreedte. De 600’s hebben daarvoor de smalle 635mmrupsbanden nodig. Anders dan de Lexions hebben de Trions slechts een topsnelheid van 30 km/u.
Hoewel Claas de cabine al volledig heeft herzien voor de Lexion van 2019, is hij voor de Trion nog eens onder handen genomen. Opvallend zijn de zeer smalle A-stijlen en daardoor de grotere voor- en zijruiten. Een nieuwe spiegelophanging zorgt ook voor beter zicht op de zijkanten. Verder werd er gezorgd voor meer hoofdruimte. Aan de zijkant zit de nieuwe armleuning uit de Lexion-serie met het Cmotionrijhendel en de directe keuzetoetsen. In de Cebis-Touch-terminal is Cemos Dialog en Cemos Automatic (optioneel) geïntegreerd. Die functies helpen de chauffeur bij het instellen van de machine en stellen diverse instellingen zelfstandig na, altijd met de instructies van de chauffeur voor ogen. De tegen meerprijs leverbare leren stoel kun je in beide richtingen 30 graden draaien en naast de stuurkolom zijn er comfortabele voetsteunen. Om lange werkdagen meer ontspannen te maken, is er keuze uit meerdere stuursystemen. Bekend is de Laser Pilot, die de rand van het gewas scant. De Field Scanner in het cabinedak kennen we goed van de Lexion. Als verdere mogelijkheid staat de sattelietnavigatie GPS Pilot ter beschikking. Daarvoor is er nu, helemaal nieuw, de 12 inch grote Cemis 1200-terminal op de rechter A-stijl.
De optielijst vermeldt nog meer hulpsystemen. Hier hebben loonwerkers en boeren
de mogelijkheid om met extra software en
sensoren hun Trion tot een ware high-techmachine op te waarderen. Te beginnen met
de camera voor korreltelling in de retour tot
aan Auto Separation voor de automatische
instelling van de schoning door middel van
de Grain Quality Cam van Claas (alleen op
de Trion 700).
Verdere hulpsystemen zijn:
• Auto Crop Flow voor het herkennen van
belastingpieken in de dorsorganen
• Cruise Pilot voor het regelen van de rijsnelheid afhankelijk van de oogststrategie
• Cemos Auto Cleaning voor de aanpassing van het ventilatortoerental en de zeefopening
• Cemos Auto Trashing, waardoor
dorskorfafstand en –toerental worden
geregeld
• Cemos Auto Separation (voor de Trion 700) past rotortoerental en stand van de
rotorkleppen aan
• Auto Slope varieert automatisch het
ventilatortoerental bij rijden op hellingen
De elevator is naar keuze leverbaar met vaste snijhoek, een mechanisch verstelbare of hydraulisch vanuit de chauffeursstoel verstelbare snijhoek. Verder kun je als alternatief voor de kettingelevator in het intrekkanaal optioneel een riemelevator bestellen. Bij de voorzetstukken staat het getal 12 op de voorgrond. Dat betekent: er kan af-fabriek een maximaal 12-rijige maisplukker of een 12,30 meter breed Vario-maaibord voor de Trion worden geklemd. Natuurlijk zijn er ook maaiborden van een andere categorie of maat mogelijk. Onafhankelijk van de invoering van de Trion-maaidorserserie zijn er ook vernieuwingen bij de drie grootste Variomaaiborden van 10,80 m, 12,30 m en 13,80 m. Veel gebruikers was de montage van de koolzaadmessen namelijk een doorn in het oog. Dankzij een steeksysteem en een lager gewicht is dit nu zeer aangenaam uitgevoerd. Bovendien past Claas mechanische aandrijving toe.
Half Tucano, half oude Lexion en dan nog een scheutje nieuwe Lexion – en klaar is de Trion. Nou… Dat klopt maar ten dele. De 20 modellen vervangen weliswaar de Tucano-serie, maar hebben meer gemeen met de actuele Lexion en diens voorganger, en hebben een grotere verscheidenheid in uitrusting. Daarom heeft de Trion-serie ook een eigen naam gekregen. Het grote aantal uitrustingsopties, vooral wat betreft de onderstellen en de hulpsystemen, maken de Trion tot een maaidorser voor alleman. Klanten kunnen hun machine helemaal naar hun behoefte configureren, volgens het Claas-motto ‘Fits your Farm’. Zeer geslaagd is de nieuwe cabine, waarin je met plezier lange dorsdagen doorbrengt. Details als de verstelbare uitlooptuit en de ver uitzwenkende losbuis helpen de chauffeur. De dors- en schoningscomponenten zijn reeds bekend en zullen vast ook in de Trion betrouwbaar functioneren.
Misschien ook interessant?
Nieuws
Er is maar één vraag belangrijk: kunnen onze klanten geld verdienen met deze shovel?
Nieuws
John Deere heeft een nieuwe motor: de JD18X. Deze opmerkelijke krachtbron debuteert in de grootste hakselaarserie van de Amerikaanse fabrikant. Op papier ziet de vermogensafgifte er veelbelovend uit; we hebben getest of hij dat in de praktijk ook waarmaakt.
Nieuws
Niet alleen qua uiterlijk maakt de Krone BiG Pack 1270C een sprong voorwaarts, ook de wijzigingen in het voorperskanaal zijn veelbelovend. De chauffeur kan daarbij op comfortabele wijze instellingen doen. We reden met de BiG Pack 1270 VC.
De parallellen met de Lexion-modellen zijn ook bij de schoning te zien. De Claasingenieurs hebben de JetStream-zeefkast in alle modellen geplaatst. Kenmerken zijn de turbine-luchtaanjager, de hydraulische fanvariator en de dubbele, van perslucht voorziene valtrap. Wanneer je de oppervlaktes van boven- en onderzeef optelt, krijg je 5,1 m2 voor de Trion 500 en 700. Dat is even groot als in de Lexion 5000- en 7000-machines. Het totale zeefoppervlak van de Trion 600 is met 5,8 m2 iets kleiner dan dat van de Lexion 6000. Als je afziet van dwarshellingscompen - satie door middel van het onderstel, dan kan de 3D-schoning je altijd nog helpen. Dankzij actieve dwarsregeling moet het volledige schoningsresultaat behouden blijven tot 20 procent dwarshelling, zo belooft Claas. Voor de hybride modelserie Trion 700 is er optioneel de 4D-schoning, dus de rotorkleppenregeling, die de terug - voerbodem gelijkmatiger moet bestrooien.
Bij de keuze van de juiste inhoud van de graanbunker kun je gaan tot het premium-segment. Afhankelijk van model en onderstel zijn er graanbunkers tot 12.000 liter te kiezen. In totaal zijn er vijf maten beschikbaar in de configurator, van 8.000 tot 12.000 liter. De lossnelheid mag ook gezien worden: 90 en 130 liter per seconde. De grote tank met de hoge lossnelheid zou theoretisch in iets meer dan anderhalve minuut leeg zijn. Hier treuzelt Claas niet. Aangenaam voor de maaidorserchauffeur is de 105 graden uitzwaaiende losbuis. Voor het lossen staat hij midden voor de zijdeur, da’s goed. Wie nog meer zicht wil hebben, kan de Profi Cam aan de uitlooptuit krijgen. Die tuit is optioneel elektrisch verstelbaar om een graanwagen gerichter te kunnen vullen. De concurrentie heeft overigens al langer zo’n verstelbare tuit. Voor stro zijn er de varianten zwad of hakselaar. De Special Cut-strohakselaar (bij de meeste modellen standaard) is bij de vijfschudder-serie en de hybride modellen voorzien van 72 messen. De brede Trion 600’s hebben 88 messen op de as. De verdeling van het gehakselde stro wordt ofwel door de strooiplaatverdeler gedaan, ofwel door de radiaalverdeler, die meer geschikt is voor brede snijinrichtingen. Een automatische werprichtingsaanpassing (optioneel) helpt je bij zijwind en op dwarshellingen. Anders dan bij de huidige Lexion kun je niet de automaatfunctie Auto Chopping installeren. De chauffeur moet de instelling van de hakselaar dus handmatig doen. Het contrames en de schaafrand zijn zonder gereedschap weg te draaien en ook de toerentalverstelling is simpel. Da’s in orde.