Groei dankzij netwerken en herhaling
Henk: “Oldtimerliefhebbers gaan zo’n drie tot vier keer per jaar naar een evenement. Zo ontstaan netwerken, en groepen die samen optrekken. Er zijn autoclubs die met tien Mercedessen of BMW’s komen, en daar zijn ze apetrots op. Na maanden klussen mag het resultaat eindelijk gezien worden. En dat is het motto van de dag: zien en gezien worden. Niet alleen voor auto’s, maar ook voor trekkers en brommers.”
Edwin: “We zien dat deelnemers terugkomen en weer vrienden meenemen. Dat is voor ons een teken dat we het goed doen. Na twee afgelaste edities in coronatijd waren we bang dat de animo zou teruglopen, maar 2022 was juist een topjaar.
Het weer speelt natuurlijk ook een rol – niemand wil met zijn gepoetste oldtimer in de blubber staan – maar het fundament is sterk. Dat blijkt elk jaar weer.”
Van vroeg tot laat: een strakke organisatie
Henk: “De dag begint voor ons rond zes uur ’s ochtends. De eerste deelnemers arriveren om zeven uur. De piek ligt tussen 12.00 en 15.00 uur, als de toerritten starten.
Voor trekkers is er een route van 25 kilometer, voor de andere voertuigen 50 kilometer. Die gaan onder andere door Ruinen, Echten, De Wijk en Zuidwolde. Met 500 trekkers vormt zich een lint van 5 kilometer door het dorp – van Dijkhuizen tot in het weiland. Het duurt bijna een uur voor ze allemaal vertrekken.”
Vrijwilligers maken het mogelijk
Edwin: “Zelf heb ik niks met oldtimers, maar ik vind het geweldig om te organiseren. Als aan het eind van de dag 20.000 mensen tevreden zijn, geeft dat echt een kick.
Dit evenement draait volledig op vrijwilligers. We hebben er 220 – dat is bijna 10% van de dorpsbevolking. De dames van de biljartclub smeren op vrijdagavond de boterhammen en maken lunchpakketten.
Ook in het bestuur hebben we geen gebrek aan mensen. Er zijn inmiddels jongeren bijgekomen – twintigers en dertigers – die het stokje overnemen. Dat zegt veel over de betrokkenheid bij het dorp.”