Traploos verbreden
Aangezien het bij onze 3300 S een Vario-uitvoering betreft, kun je tijdens het bewerken
de snijbreedte van elk schaarelement
verstellen tussen 35 en 55 centimeter. Je kunt
vanuit de cabine zo geheel hydraulisch de
werkbreedte vergroten van 1,75 tot 2,75
meter. Zelfs de voorschaar verandert mee.
Om de voorschaar passend bij de trekker in
te stellen, was deze in ons geval hydraulisch
uitgevoerd. Dat is een optionele uitrusting.
Normaal gesproken volstaat de mechanische versie met een spindelverstelling ook
wel, zolang de trekker niet wordt gewisseld
of er veel op dwarshellingen wordt geploegd.
In de frame-zwenkcilinder is een geheugenfunctie geïntegreerd. Die helpt bij het omdraaien van de ploeg, door te zorgen dat de
achterste schaar (of het achterste steunwiel)
niet tegen de grond komt.
Bij het starten van
de omdraaiprocedure wordt eerst de werkbreedte naar de kleinste waarde gezet, om
na het omdraaien weer automatisch terug
te keren naar de oorspronkelijke werkbreedte. Kverneland heeft bij het Vario-mechanisme kleinigheden verbeterd, onder andere
om de aanbouw van een steunwiel aan de
voorkant mogelijk te maken.
NR. 28 Standaard
Als universeel ploegelement adviseert
Kverneland nr. 28. De geleideplaat is bijzonder lang en sterk gewenteld, om zo de
bodem c.q. de aardestroom goed te kunnen
draaien en neer te leggen. Daarbij wordt de
grond nauwelijks ‘gegooid’. Dankzij de
brede schaar is dit ploegelement ook
geschikt voor tractoren met brede banden.
Nieuw in het assortiment is nr. 38, die
dezelfde wenteleigenschappen als nr. 28
heeft. Hij is hoger, om bij dieper werken tot
35 centimeter betere resultaten te behalen.
Als alternatief zijn er nog vier andere
vormen, waaronder een rister alsook een
kunststof ploegelement voor humushoudende, steenvrije bodems.
Het Aero-profiel van de ploegboom is een
nieuwe, gladdere gebogen vorm die is
gemaakt van een hol staalprofiel.
De
puntafstand ofwel de langsrichting-afstand
op onze testmachine is 100 centimeter.
Er is ook een variant leverbaar met een
puntafstand van 85 centimeter.
De Noren blijven bij de steenbeveiliging hun
filosofie trouw: daarvoor worden bladveren gebruikt.
Dit systeem staat bekend om de
afnemende veerkracht bij verder uitslaan;
zo blijft de schaar maximaal in werkpositie
om dan bij een echt obstakel vervolgens
gemakkelijker flink uit te wijken. Nieuw is
dat nu afzonderlijke veerbladen zijn te
verwijderen of toe te voegen zonder het ontspannen van de ploegschaar. Bovendien zijn
de nieuwe bladen van een sterker materiaal,
zodat je minder eenheden nodig hebt.
Centrale hoogteverstelling
Elk scharenpaar van onze testploeg had een
set voorscharen gemonteerd. Die zijn er in
twee verschillende uitvoeringen. Omdat
onze akker veel maisstro had, gebruikten wij
de grote platen. Een bijzonderheid van de
voorscharen is hun centrale werkdiepteverstelling. Daarvoor zit in het midden van elk
paar een haaks hendel dat de beide scharen
in gelijke mate naar boven of beneden
beweegt.
Je halveert dus als het ware de
moeite die je moet doen om de juiste hoogte in te stellen, en dan staan ze ook nog
vanzelf precies gelijk. Heel goed.
Voor de laatste schaar van onze testmachine zat een gekartelde schijfkouter. Deze
heeft een diameter van 500 millimeter en
zorgde voor een nette rand van de voor.
Op lichte grond gepaard met veel organisch
materiaal kan er echter verstopping optreden. Alternatieven voor extreme omstandigheden zijn schaarmessen en kouters.
Praktische opties
Bij de 3300 S Variomat kan de werkdiepte
heel gemakkelijk hydraulisch worden
versteld. Daartoe was het achterste steunwiel van onze testmachine uitgerust met een
hydraulische cilinder. Door middel van de
onderste hefarm en het steunwiel kun je de
ploeg snel instellen en dus snel op veranderende bodemomstandigheden reageren.
Ook voor voorste steunwielen is er een
hydraulische uitvoering.
Wanneer je het
regelventiel voor de diepteverstelling in het
kopakkermanagement opneemt, kun je
de ploeg in de aanloop naar de kopakker
ondieper laten lopen, zodat je ‘ploegdriehoeken’ vermijdt.
Fijn is wederom de Packomat, dus het
geïntegreerde pakkersysteem van
Kverneland. Hij draait op de kopakker
mee en is ook tijdens transport veilig op de
ploeg opgeborgen. Voor grensploegen kan
hij hydraulisch worden ingedraaid.
Voor al
de hydraulische functies heeft de trekker
minstens vier dubbelwerkende regelventielen aan de achterzijde nodig. Je hoeft ze
tijdens het werken op het veld weliswaar
niet allemaal te bedienen, maar wel bij het
instellen van de ploeg.
Onze conclusie
Kverneland heeft haar nieuwe ploeggeneratie veel details van de iPlough
gegeven en tegelijk kernelementen als
de schaarvormen en framedelen van
zijn voorganger EG behouden. Ook het
Variosysteem is slechts licht geoptimaliseerd. Een bijzonderheid is de
transportstand van de 3300 S Variomat. Hij hangt als een aanhanger
achter de trekker. Omdat hij in bochten
niet uitzwenkt, komen andere
verkeersdeelnemers daardoor niet in
gevaar. In totaliteit zijn alle ploeginstellingen simpel opgelost, zoals bijvoorbeeld de centrale voorschaarinstelling.
Helaas heb je voor de volledige
uitrusting veel hydrauliekaansluitingen nodig.
+ Aanhanger-transportstand
+ Centrale voorschaarverstelling
+ Steun-zwenkwiel
+ Packomat-systeem mogelijk
- Topstang moet tijdens transport
worden gedemonteerd